Terug naar overzicht

Rotterdam-Kandelaarweg en Westvoorne-Tinte-Konneweg.

Twee inheems-Romeinse vindplaatsen in de regio Rotterdam archeobotanisch onderzocht.

Rapportnummer 337 | Publicatiedatum 01 januari 2007
Auteur Meer W. van der

Download rapport  Download rapport


In 2006 werd door BOOR opdracht gegeven aan BIAX Consult om een aantal grondmonsters te onderzoeken van twee verschillende vindplaatsen in de regio Rotterdam. In beide gevallen gaat het om overblijfselen van inheems-Romeinse bewoning. De vindplaats Rotterdam-Kandelaarweg kwam bloot te liggen tijdens de aanleg van een recreatieplas in 2003.1 Hoewel behoudenswaardig, moest de vindplaats worden opgegraven. Archeologische begeleiding bij de aanleg van gas- en waterleiding op Westvoorne resulteerde in de ontdekking van de tweede vindplaats, met de aanduiding Tinte-Konneweg. Deze opgraving had plaats in 1993. Op de vindplaats Rotterdam-Kandelaarweg trof men de overblijfselen aan van een inheems-Romeinse boerderij. Deze was gelegen op een lichtzandige kleilaag, behorend (volgens de oude terminologie) tot de Afzettingen van Duinkerke I. Onder deze minerale afzettingen bevond zich Hollandveen. De boerderij was niet de eerste constructie op deze plek, eronder werden palen en aardewerk uit de (Midden-)IJzertijd aangetroffen. Ook in de nabije omgeving van de vindplaats documenteerden de archeologen sporen uit de IJzertijd. De boerderij bezat een woongedeelte en waarschijnlijk twee stalgedeelten. In de middelste stal lagen twee rijen stalboxen langs een middenpad. De vloer (de vondstlaag) in het woongedeelte bestond uit brokken veen en klei en soms uit materiaal dat in het veld als mest is geïnterpreteerd. In de stalboxen werd de vloer gevormd door een dikke laag mest; in de stalboxen was deze, behalve bij één, bedekt met takken. Het gebint van beide staldelen rustte op palen die waren geplaatst in kuilen, waarbij de onderzijde van de palen waren `bekleed' met organisch materiaal. Aardewerk plaatst de gebruiksfase van het gebouw in de periode 120-200. Op de vindplaats Westvoorne-Tinte-Konneweg zijn twee opeenvolgende gebouwen aangetroffen op de oever van een getijdengeul.2 Ook hier gaat het om een kleiner gebouw opgevolgd door een grotere boerderij in de Romeinse periode. De boerderij mat 5,40 bij minstens 10,70 meter en was zuidwest-noordoost georiënteerd. De zuidwestzijde bestond, gedurende tenminste één gebruiksfase, uit een soort open uitbouw. Aan dezelfde zijde bevond zich een soort "verdieping" van 5,40 bij 4,75 meter groot. De verdieping was ongeveer 45cm diep en opgevuld met kleikluiten en brokken mestachtig materiaal. In de top van deze laag bevond zich een haard. Het is onzeker of het gaat om een verdieping of een ophoging van het terrein er omheen. De functie is eveneens onbekend. Op het nederzettingsterrein heeft men een greppel aangetroffen, alsmede sporen van omheiningen en een spieker. Om de landbouweconomie van de boerderijbewoners en hun leefomgeving te reconstrueren zijn er tijdens de opgravingen grondmonsters uit verschillende contexten genomen voor archeobotanisch onderzoek. Tevens was er bij een aantal monsters de vraag om de herkomst van het materiaal te bepalen. Een tweetal monsters bestond namelijk uit materiaal dat vermoedelijk representatief was voor plantengemeenschappen rond de nederzetting.

Bedankt voor uw aanvraag, u ontvangt binnen enkele ogenblikken een e-mail met daarin de downloadlink.

Sluit venster

Download rapport

Vul om dit rapport te downloaden onderstaande gegevens in. U ontvangt direct een link per e-mail om het rapport te downloaden:






Op dit rapport rust nog een embargo, neemt u even contact met ons op?

Contact >