Rogge in `t veen Onderzoek aan zaden, pollen en hout van een middeleeuwse vindplaats nabij Bergambacht
Rapportnummer 299
| Publicatiedatum 01 januari 2007
Auteur Meer W. van der & N. den Ouden
Download rapport
Van 30 oktober tot en met 4 december 2006 heeft ADC Archeoprojecten in opdracht van de provincie Zuid-Holland een archeologische opgraving uitgevoerd. Het betreft hier vlakdekkend onderzoek op 6 locaties tussen Nederlek en Bergambacht, ten zuiden van de N210.1 De geplande werkzaamheden in het kader van de heraanleg van de N210 tussen Nederlek en Bergambacht, over een strook van 30 meter breed langs de huidige weg, zouden de aanwezige laat-middeleeuwse archeologische waarden in het plangebied verstoren. Het doel van het definitieve onderzoek bestond erin de aanwezige resten te documenteren en het materiaal van de vindplaatsen veilig te stellen, om aldus informatie te behouden die van belang is voor de kennisvorming van het verleden. De opgraving bracht geen huisplattegronden aan het licht. Vondstconcentraties doen echter vermoeden dat er een nederzetting heeft gelegen onder de N210. Vondsten dateerden uit de periode van de 10e eeuw tot en met de Nieuwe tijd. Op verschillende plaatsen heeft men bovendien een antropogene grijze kleilaag aangetroffen. Op opgravingslocatie 5 trof men onder deze grijze kleilaag met aardewerk uit de 11e- e 13 eeuw een laag gele klei aan, waarvan de bovenkant roodverbrand was. Deze gele kleilaag lag direct op het veen en bevatte een groot aantal vondsten, waaronder aardewerk uit de 10e-12e eeuw. In het westelijke profiel van werkput 55 is een pollenbak in de gele klei en het onderliggende veen geslagen voor verder onderzoek. Palynologische analyse aan de gele klei zou moeten uitwijzen of de klei lokaal gewonnen was, waaruit de lokale vegetatie bestond en hoe de lokale landbouweconomie was opgebouwd. Aangezien vermoed werd dat de verbrande kleilaag een doel diende bij zoutwinning uit veen, zou er bij het pollenonderzoek tevens worden gezocht naar aanwijzingen hiervoor. Onder de laag gele klei bevond zich een kuil opgevuld met humeus materiaal. Omdat het hier om een mogelijk dateerbare gesloten context ging, is de inhoud van de kuil bemonsterd voor archeobotanisch onderzoek. Ook hier is het doel van het onderzoek het verkrijgen van informatie over de vegetatie, de bestaanseconomie en de zoutwinning. In het veen trof men bovendien een aantal palen met bewerkingssporen aan. De onderlinge relatie tussen deze palen is onbekend en ze kunnen niet tot een huisplattegrond worden gereconstrueerd. Tien van deze palen zijn geselecteerd voor specialistisch onderzoek. Bijbehorende vragen waren: wat kan gezegd worden over het gebruik en de herkomst van het hout, hoe werd het hout bewerkt en voor welk type structuur is het hout geschikt? Indien er verschillende palen geschikt bleken voor dendrochronologisch onderzoek zouden twee stuks worden uitgekozen voor dendrochronologische analyse.