Archeobotanisch onderzoek van sporen bij een omgreppelde nederzetting te Someren-Acaciaweg (LMEA)
Rapportnummer 826
| Publicatiedatum 01 juni 2015
Auteur Meer, W. van der
Download rapport
Na vooronderzoek en een proefsleuvenonderzoek heeft VUhbs onder leiding van M. Bink in oktober/november 2013 een opgraving uitgevoerd van de locatie Someren-Witvrouwenbergweg/Acaciaweg (hieronder Someren-Acaciaweg genoemd).1 Tegelijk werd er een proefsleuvenonderzoek met beperkte doorstart naar opgraving uitgevoerd ten zuiden van de opgraving.
Someren ligt in het Brabants dekzandgebied. De vindplaats bevindt zich op een dekzandrug te midden van dekzandlaagten en de beekdalen van de Aa (ten noorden) en de Kleine Aa (ten westen). De lokale bodem is geclassificeerd als hoge zwarte enkeerdgrond. Deze antropogene bodemlaag bedekt de archeologische sporen. Tevens verhult deze bodemlaag het vroegere microreliëf.
Tijdens de opgraving zijn sporen uit de prehistorie en middeleeuwen blootgelegd (figuur 1). De prehistorische sporen zijn vaak verspreid en/of slecht geconserveerd en laten zich niet herleiden tot structuren. In het zuidelijk deel van het plangebied zijn de sporen van een vroeg-middeleeuwse boerderij aangetroffen, met een kuil en mogelijk met een waterput. Het meest in het oog lopend zijn echter de sporen uit de volle middeleeuwen. In het noordelijk deel van de opgegraven zone laten deze zich reconstrueren tot vier fasen van een groep van vier grote gebouwen. Het complex werd aanvankelijk door een greppel en in de laatste fase door een brede gracht omgeven. Bij deze gebouwen horen ook bijgebouwen (spiekers, hooimijt) en drie waterputten. In het zuiden van de opgraving bevinden zich bovendien nog de sporen van een enkele boerderij, mogelijk met een waterput.
Tijdens het veldwerk zijn door VUhbs bulkmonsters genomen uit meerdere diepe en ondiepe sporen. Tevens is het profiel door de gracht en zijn de profielen door een kuil en een waterput bemonsterd door middel van pollenbakken. Van deze grondmonsters is een aantal geselecteerd voor archeobotanisch onderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd door BIAX Consult en de resultaten hiervan worden in dit rapport besproken.