Terug naar overzicht

Den Haag-Vogelwijk fase 3. Daterend en botanisch onderzoek aan een veenpakket (Bronstijd tot en met Middeleeuwen)

Rapportnummer 663 | Publicatiedatum 01 januari 2013
Auteur Kooistra, L.I.

Download rapport  Download rapport


Tijdens de vervanging van het riool in de Vogelwijk in Den Haag werd door de afdeling Archeologie van de dienst Stadsbeheer van deze gemeente een archeologische begeleiding uitgevoerd. In fase 3 van deze begeleiding is onder leiding van C. Rieffe de ondergrond in het zuidelijke deel van de Vogelwijk in kaart gebracht.
Het was bekend dat deze wijk in Den Haag is aangelegd op het strandwalcomplex van Scheveningen. Dit complex is tussen circa 2500 en 2200 voor Chr. gevormd. Al vrij snel na de vorming ontwikkelde zich in de voormalige strandvlakte aan de oostzijde veen. In de loop van de tijd kwam ook veenaccumulatie op gang in de laaggelegen delen van het strandwalcomplex zelf. Daar waar door natuurlijke oorzaken of menselijk ingrijpen de vegetatie verdween vonden zandverstuivingen plaats, onder andere tot op het niveau van het grondwater. In de Middeleeuwen zijn delen van het strandwalcomplex van Scheveningen afgedekt door de duinen die wij nu nog op veel plaatsen langs de kust zien.
De Vogelwijk ligt aan de landzijde van het strandwalcomplex, daar waar het overgaat in de oostelijke voormalige strandvlakte die met veen is gevuld (figuur 1). Rieffe heeft tijdens de begeleidingen de niveaus waarop zand en veen zijn aangetroffen in kaart gebracht (figuur 2). Daarbij trof hij in de Sijzenlaan, gelegen tussen de Kwikstaartlaan en het Sprietplein een veenpakket met een dikte van ruim 1,30 meter aan (figuur 3). In het veen zijn scherven van handgevormd aardewerk aangetroffen, die uit de Late-IJzertijd of Vroeg-Romeinse tijd dateren. Vlak daaronder bevond zich een laag met takken, wat mogelijk een voetpad is geweest.
Hoewel Van Beurden even ten noordoosten op de hoek Patrijslaan en Sijzenlaan in 2011 een veenpakket van 0,70 meter dikte heeft onderzocht, bestond de behoefte om ook het veen tussen de Kwikstaartlaan en het Sprietplein te laten analyseren. Niet alleen was het veenpakket hier dikker en waren er scherven en takken aanwezig, dankzij de archeologische begeleiding zijn tevens in de directe omgeving enkele mogelijke vindplaatsen uit de IJzertijd gelokaliseerd. Het veen zou daarmee aanvullende informatie op het onderzoek van Van Beurden kunnen verschaffen. Lag bij haar onderzoek de nadruk op de ontwikkeling van de natuurlijke vegetatie in de Brons- en IJzertijd, het veen tussen de Kwikstaartlaan en het Sprietplein kon informatie opleveren over het gebruik van het landschap in deze perioden. Bovendien zou het veen, omdat het een dikker pakket betreft en dus waarschijnlijk een grotere tijdsdiepte bevat, aanvullende informatie over de vegetatiegeschiedenis kunnen opleveren.
De hiervoor genoemde overwegingen hebben ertoe geleid dat het veen met behulp van profielbakken is bemonsterd en voor een gecombineerd palynologisch en 14C-onderzoek aan BIAX Consult is aangeboden. Doel van het 14C-onderzoek is het dateren van de start van de veenaccumulatie alsmede enkele niveaus in het veen, waaronder de niveaus met de takken en het handgevormde aardewerk. Doel van het palynologisch onderzoek is het schetsen van de vegetatiegeschiedenis en van de ontwikkelingen in het eventuele landgebruik, die vervolgens met behulp van het 14C-onderzoek in de tijd geplaatst kunnen worden.

Bedankt voor uw aanvraag, u ontvangt binnen enkele ogenblikken een e-mail met daarin de downloadlink.

Sluit venster

Download rapport

Vul om dit rapport te downloaden onderstaande gegevens in. U ontvangt direct een link per e-mail om het rapport te downloaden:






Op dit rapport rust nog een embargo, neemt u even contact met ons op?

Contact >

BESbswy