Hout uit vroegmiddeleeuws Domburg. Onderzoek aan houtvondsten van een ringwalburcht, gemeente Veere (Zeeland)
Rapportnummer 562
| Publicatiedatum 01 februari 2012
Auteur S. Lange
In 2010 is archeologisch onderzoek verricht aan de Badstraat 1-3 in Domburg, gemeente Veere.1 Door de bouw van een residentie met parkeerkelder aan de Badstraat werd het archeologische bodemarchief ter plaatse bedreigd. Op deze plek werd de Duinburg vermoed, een vroegmiddeleeuwse ringwalburcht. Het terrein staat bekend in Archis als een terrein met zeer hoge archeologische waarde, maar is niet beschermd.2 Ook maakt het plangebied deel uit van de historische stadskern van Domburg met een hoge archeologische waarde. Het archeologische onderzoek is uitgevoerd door het bedrijf Archaeological Research & Consultancy (ARCbv) onder leiding van seniorarcheologe Adrie Ufkes. In de directe omgeving, namelijk in het voormalige plangebied De Golfslag aan de Kikkerpit in Domburg, heeft in 2007 reeds een inventariserend veldonderzoek middels proefsleuven plaatsgevonden.3 Hierbij zijn bewoningsresten uit de 10e t/m 13e eeuw aangetroffen die aan de aanwezigheid van de ringwalburg zijn gekoppeld. Het onderzoek aan de Badstraat heeft boven verwachting veel materiaal van diverse vondstcategorieën opgeleverd. Bijzonder was de conservering van de aangetroffen houtstructuren. De omstandigheden voor de conservering van hout bleken uitstekend te zijn. Gelegen onder het grondwaterpeil en afgesloten door een humeuze laag klei is het hout goed bewaard gebleven. Bovendien bleek het hout niet door grondcompressie vervormd. Zo zijn delen van vlechtwerkwanden in situ (en in verticale positie) aangetroffen. Bewerking- en gebruikssporen op het houtoppervlak waren nog duidelijk te herkennen, en vaak bleek zelf de schors stevig op het hout vast te zitten. Kortom, de kwaliteit, informatiewaarde en representativiteit van de houtvondsten was buitengewoon goed. Het houtvondstenspectrum omvatte bijna uitsluitend bouwhout: planken, palen en balken. Daarnaast zijn enkele voorwerpen opgegraven, waaronder een deel van een houten napje. Tijdens het schoonmaken van de houtvondsten kwamen uit de eraf gewassen klei nog vondsten aan het licht. Het is goed mogelijk dat het zeven van de grond voor het macrorestenonderzoek meer houtvondsten oplevert. Te denken valt aan houten napjes, kommetjes en overige (huishoudelijke) houten voorwerpen. Voorlopig gaan de onderzoekers uit van twee bewoningsfasen. In totaal zijn vijf huisplattegronden opgegraven (huis 1 t/m 5). Een plattegrond met dezelfde oriëntatie als huis 5 is mogelijk een bijgebouw. Het gaat om een structuur in werkput 13. Daarnaast zijn houten structuren aangetroffen die als erfafscheidingen zijn geïnterpreteerd. Herkend is een westelijke en een oostelijke erfafscheiding van huis 4, een westelijke erfafscheiding van huis 5 en een noordelijke erfafscheiding van huis 2.