Terug naar overzicht

Archeobotanisch onderzoek aan de pre-stedelijke nederzetting onder de Grote Markt van Diksmuide

Rapportnummer 1098 | Publicatiedatum 31 december 2018
Auteur Verbruggen, F.

Download rapport  Download rapport


De Grote Markt van Diksmuide wordt heringericht. De werkzaamheden die daarmee gepaard gaan, kunnen archeologische resten in de ondergrond verstoren of vernietigen. Om deze reden is in opdracht van de Stad Diksmuide in de periode 2016-2018 gefaseerd archeologisch onderzoek uitgevoerd door Ruben Willaert bvba onder leiding van mevrouw J. De Gryse.
Om meer te weten te komen over het biotische landschap in het verleden en de voedingsgewoonten van de vroegere bewoners van Diksmuide zijn stalen genomen voor natuurwetenschappelijk onderzoek.
Enerzijds betreft het onderzoek aan microresten, oftewel palynologische resten, bestaande uit pollen, sporen en niet-pollen palynomorfen zoals sporen van schimmels en eieren van darmparasieten. Deze resten worden veelal in groten getale geproduceerd. Bovendien zijn ze klein (enkele tientallen micrometers) en daarmee zeer licht. Ze verspreiden dan ook goed door de lucht of via water of insecten. Aangezien ze in de ondergrond over het algemeen goed bewaard blijven, biedt het onderzoek aan deze resten de mogelijkheid om een beeld te vormen van regionale en lokale plantengemeenschappen in het verleden, vaak aangevuld met informatie over het gebruik van plantengewassen in het verleden.
Anderzijds zijn ook macroresten onderzocht. Het betreft veelal zaden en vruchten, die over het algemeen groter (enkele millimeters) en daarmee ook zwaarder dan pollen zijn. Naast het feit dat zaden op natuurlijke wijze over het algemeen minder ver verspreiden en in kleinere hoeveelheden geproduceerd worden dan pollen, maakt dat onderzoek aan botanische macroresten veelal een beeld schetsen van de lokale vegetatie. Echter, in archeologische context zullen macroresten niet altijd op natuurlijke wijze afgezet zijn. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van het weggooien van plantaardig materiaal zoals dorsafval en huishoudelijk afval.
De gracht van de pre-stedelijke nederzetting in werkput 1, zoals die is aangetroffen bij het archeologisch vooronderzoek, is onderzocht op botanische macroresten en palynologische resten. Tevens is de gebruiksfase van de gracht gedateerd aan de hand van daterend 14C-onderzoek.
De lokale heruitgraving S3 van de gracht in werkput 1 die bij het vooronderzoek is blootgelegd, is onderzocht op botanische macroresten en is tevens gedateerd aan de hand van twee 14C-dateringen.
Ten slotte is een pakket met trampling-sporen in werkput 1 van de archeologische opgraving onderzocht op palynologische resten. Ook dit pakket is gedateerd aan de hand van een 14C-datering.
Gracht S4 die is aangetroffen in werkput 109 en 110 bij de archeologische begeleiding van het rioleringstracé, is onderzocht op botanische macroresten. Het is niet zeker of de gracht aldaar deel uitmaakt van de pre-stedelijke gracht in werkput 1 of dat het gaat om een latere aanpassing. Op basis van het aardewerk lijkt gracht S4 te dateren in de tweede helft-het laatste kwart van de twaalfde eeuw tot ten laatste de vroege dertiende eeuw.

Bedankt voor uw aanvraag, u ontvangt binnen enkele ogenblikken een e-mail met daarin de downloadlink.

Sluit venster

Download rapport

Vul om dit rapport te downloaden onderstaande gegevens in. U ontvangt direct een link per e-mail om het rapport te downloaden:






Op dit rapport rust nog een embargo, neemt u even contact met ons op?

Contact >